Groepshoofd Italië velt met tiental en veel moeite stug Denemarken
Denemarken was in de beginfase duidelijk de betere partij in San Siro. Nicklas Bendtner miste al snel een grote kans en even later moest Morgan De Sanctis, de vervanger van de geblesseerde Gianluigi Buffon, handelend optreden op een schot van Ajacied Christian Eriksen. Na achttien minuten kwamen de Scandinaviërs echter goed weg in Milaan, want een afstandsschot van Claudio Marchisio werd van de lijn gehaald door Simon Kjaer. Het bleek uitstel van executie, want na een halfuur werd het alsnog 1-0 in Milaan.
Balotelli liet de bal slim lopen voor Montolivo en de middenvelder ramde van de rand van het strafschopgebied goed raak in de korte hoek. Een paar minuten later verdubbelde het gastland zelfs de score, want na een voorzet van Marchisio kopte De Rossi via de grond raak: 2-0. Het was alweer zijn derde treffer in zijn laatste vier interlands voor zijn land. Toch bleef Denemarken prima voetballen en Italië leunde achterover. Dat kwam de ploeg van Cesare Prandelli nog voor de rust duur te staan.
Een voorzet van de bedrijvige rechtsachter Lars Jakobsen ketste af en William Kvist volleerde van de rand van het strafschopgebied raak: 2-1. Denemarken werd helemaal gesterkt in het zelfvertrouwen doordat Osvaldo vlak na rust een rode kaart kreeg vanwege een slaande beweging. Niet veel later maakte Balotelli, die pas zijn eerste interland sinds het EK in Polen en Oekraïne speelde, echter aan alle onzekerheid een einde en hoewel Denemarken nog kansen kreeg om wat terug te doen, hield Italië stand.
